Doel van de Participatiewet is om meer mensen met een beperking aan de slag te krijgen op de arbeidsmarkt, bij voorkeur in reguliere banen. Momenteel worden overal in het land regionale Werkbedrijven ingericht waar de bestaande regionale samenwerking verder gestalte moet krijgen. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten had bij de staatssecretaris aangedrongen op extra financiële middelen voor de opstartfase. Klijnsma: “Het is belangrijk dat alle partijen in de regio tijdig aan de slag gaan om alle nieuwe instrumenten van de Participatiewet succesvol in te voeren.”
Staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt 35 miljoen euro extra beschikbaar voor de invoering van de Participatiewet. Het geld is bedoeld voor de inrichting van de regionale Werkbedrijven die een belangrijke rol krijgen bij de uitvoering van deze wet. In deze bedrijven werken de gemeenten in de arbeidsmarktregio’s samen met UWV, regionale werkgevers, vakbonden en onderwijsinstellingen. Ook de regelgeving voor de regionale Werkbedrijven is inmiddels bekendgemaakt. Voor elk van de 35 Werkbedrijven komt 1 miljoen euro beschikbaar. Klijnsma: “Het succes van de Participatiewet valt of staat met een goede samenwerking in de regio. Daarom wil ik in deze opstartfase extra ondersteuning bieden om dit mogelijk te maken.”
Met de Participatiewet en de andere te decentraliseren regelingen krijgen gemeenten de gelegenheid mensen meer op maat en in samenhang met andere hulpvragen te kunnen begeleiden naar werk of andere vormen van maatschappelijke ondersteuning. Vanaf 2015 krijgen gemeenten één budget, waaruit ze alle ondersteunende voorzieningen kunnen bekostigen.
Met ingang van volgend jaar valt iedereen die zich bij de gemeente meldt en kan werken maar niet in staat is het wettelijk minimumloon te verdienen onder één regeling. Nu is dat nog verspreid over drie regelingen: voor mensen met arbeidsvermogen in de Wajong, in de WWB (de Wet werk en bijstand) en de Wsw (de Wet sociale werkvoorziening).