De concentratie van radicale gedetineerden op Terroristen Afdelingen (TA’s) is effectief. Dat blijkt uit verschillende onderzoeken naar het functioneren van de TA’s. Het gevoerde beleid sluit aan bij internationale ontwikkelingen en op de afdelingen is in de loop der jaren veel expertise opgebouwd. Staatssecretaris Dijkhoff schrijft daarom vandaag aan de Tweede Kamer dat hij het beleid voortzet. Ook wordt een beoordelingsinstrument gemaakt waarmee van geval tot geval bekeken kan worden wat het meest effectief is bij een gedetineerde. Daarmee wil Dijkhoff voorkomen dat gedetineerden radicaler uit de TA komen dan dat zij erin gingen.
In Nederland zijn momenteel twee TA-afdelingen, één in de PI Vught en één PI de Schie. Op de TA worden gedetineerden geplaatst die verdacht worden van een terroristisch misdrijf, die veroordeeld zijn voor een terroristisch misdrijf of die een boodschap hebben verspreid van radicalisering. Het doel van deze twee afdelingen is het voorkomen van de verspreiding van radicaal gedachtengoed in de Nederlandse gevangenissen.
Recent onderzoek bevestigt dat het concentreren van dit type gedetineerden goed werkt. De verspreiding van gevaarlijk gedachtengoed blijft zo beperkt. Daarom gaat Staatssecretaris Dijkhoff door met het opsluiten van gedetineerden die verdacht worden van of veroordeeld zijn voor een terroristisch misdrijf op een speciale afdeling. Op deze afdelingen is de afgelopen jaren kennis en expertise opgebouwd die voor het werken met deze speciale groep gedetineerden nodig is.
Het onderzoek wijst ook uit dat de gedetineerden op de TA erg verschillen. Ze hebben uiteenlopende misdrijven begaan en er zijn grote verschillen in gedrag, overtuiging, zendingsdrang, intelligentie, psychische gesteldheid, (gewelds-) verleden en charisma. Daarom wordt een beoordelingsinstrument ontwikkeld waarmee de mate van radicalisering beter kan worden beoordeeld. Ook kunnen hiermee de verspreidings- en veiligheidsrisico’s per individu beter worden ingeschat. Hierdoor kan tijdens de detentie worden gewerkt aan een meer persoonsgerichte aanpak voor een veilige terugkeer naar de samenleving. Een eerste versie van het beoordelingsinstrument is naar verwachting in het najaar gereed.
Dijkhoff: “Door het afzonderen van geradicaliseerde gedetineerden voorkom je verspreiding van gevaarlijk gedachtengoed. Daar gaan we dus mee door. Maar binnen deze groep wil ik de aanpak meer differentiëren om effectiever te zijn. Het is niet de bedoeling dat een extremist in de gevangenis nog extremistischer wordt.”