Ondernemers kunnen van 1 juli 2013 tot het einde van dit jaar direct tot de helft van nieuwe bedrijfsinvesteringen afschrijven en van de belasting aftrekken. Hierdoor kunnen ondernemers hun belastingafdracht de komende jaren verminderen. Dit levert extra ruimte om te investeren ter grootte van 400 miljoen euro. De ministerraad heeft daarmee ingestemd op voorstel van staatssecretaris Weekers van Financiën en minister Kamp van Economische Zaken.
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek daalden de bedrijfsinvesteringen in het eerste kwartaal van 2013 met bijna 8%, het Centraal Planbureau verwacht voor heel 2013 een krimp van 10%. ‘Een dergelijk krimp is zorgwekkend’, aldus minister Kamp. ‘Deze maatregel zorgt er voor dat ondernemers meer ruimte krijgen om te investeren in de economie. Dat zorgt voor inkomens en banen die we in deze moeilijke economische tijd goed kunnen gebruiken’.
Staatssecretaris Weekers: ‘Dankzij deze regeling voor willekeurige afschrijvingen kunnen bedrijven hun belastingafdracht in 2013 met een aantal jaren uitstellen. Daarmee krijgen ze extra liquiditeiten en een zetje om juist nu te investeren. Daar profiteren niet alleen deze ondernemers van, maar ook de Nederlandse economie als geheel.’
De regeling voor tijdelijke willekeurige afschrijving gaat per 1 juli2013 inen loopt tot eind dit jaar. Zowel bedrijven die vennootschapsbelasting als bedrijven die inkomstenbelasting betalen, kunnen er gebruik van maken. Bedrijfsinvesteringen die in de tweede helft van dit jaar worden gedaan kunnen eenmalig tot maximaal de helft willekeurig worden afgeschreven. Normaal is dat een lager percentage.
Willekeurig afschrijven betekent dat een ondernemer het eerste jaar zelf bepaalt hoeveel van de investering wordt afgetrokken van de belasting. Voorwaarde is dat de investering, bijvoorbeeld een machine, voor 1 januari2016 ingebruik wordt genomen. Zo niet, dan wordt de willekeurige afschrijving teruggenomen. Uiteindelijk betaalt men evenveel belasting als zonder willekeurige afschrijvingen, maar de regeling levert het bedrijfsleven in 2013 en 2014 samen een liquiditeitsvoordeel van 400 miljoen euro op.